Op dinsdag 29 april werd twee de dertigste ronde van de interne competitie gespeeld. Koploper Marnix Lukasse won zijn partij en mede omdat enkele van directe concurrenten punten verspeelden is Marnix met nog drie ronden te gaan al officieel kampioen. Marnix is dit seizoen zowel extern als intern een bijna niet te verslaande tegenstander. Het kampioenschap is voor de volle honderd procent door hem verdiend.
Winnen van bekers door Marnix Lukasse lijkt geen grenzen te hebben
Wie beslag gaat leggen op de tweede en derde plaats zal waarschijnlijk pas in de laatste ronde beslist worden. Vader en zoon de Vries staan respectievelijk tweede en derde, maar Tim Evendijk (4e), Tom Pronk (5e), Dominic van Dijk (6e) en Jim Pronk (7e) hebben zeker nog kansen om één van de ereprijzen te winnen.
Vorige week won senior Pronk van Pronk junior, senior De Vries mocht hierbij niet achterblijven en bond De Vries junior op 29 april aan zijn zegekar.
Mede omdat de jeugd meivakantie had, speelde de senioren in de “bridge” opstelling.
Interne competitie
Mark Bakker verraste met wit tegen Tim Evendijk met een Catalaan, waar Tim een Caro Kann had verwacht. Ondanks deze kleine tegenslag speelde Tim zijn eerste zetten vlot en kwam hij redelijk gelijk uit de opening. Op het moment dat Tim zijn ingesloten witveldige loper probeerde te bevrijden ging Mark op avontuur met zijn paarden. Mark’s paard leek nutteloos op a7 te staan, maar niets bleek minder waar. Na een pionoffer moest Tim de denktank in, 40!! minuten later besloot Tim een kwaliteit op te geven. Mark had duidelijke winstkansen maar begon een onnauwkeurigheid bij een afruil, hierdoor was de stand materieel gezien weer gelijk waarna de vrede werd getekend.
Ruben de Vries mocht het wit opnemen tegen vader Carel. Na de Franse opening leken beide spelers aan te sturen op een remise. In het middenspel kreeg Carel iets meer ruimte en kon een pion winnen. Dit kleine materiële voordeel wist Carel vakkundig uit te spelen en moest Ruben het onderspit delven.
Albert Bootsman opende met wit d4 tegen Sander Rosman. Sander koos voor de Slavische verdediging. Beide schakers speelden een mooi positioneel spel, in het middenspel kon Sander een pion winnen. Albert zag aanvalskansen op de koningsvleugel en Sander koos als verdediging f5. Albert offerde een loper en Sander kreeg hierdoor gevaarlijke open lijn voor zijn koning terwijl zijn stukken op de andere vleugel het meest actief stonden. Albert wist al snel met een mooie mataanval de partij in zijn voordeel te beslissen.
Tom Smit speelde met wit de Italiaanse opening tegen Herman van Scherrenburg. Herman kwam onder druk te staan, Tom richtte alle stukken op de koningsstelling van Herman, nadat de g-lijn half open was geworden. Met kunst en vliegwerk wist remisekoning Herman het evenwicht te bewaren, met een puntendeling als gevolg.
Kees Jonker en Frans van der Veer speelden een leuke en spannende partij, die eigenlijk in een remise had moeten eindigen. Maar in het eindspel besloot Kees een loper weg te geven en Frans was niet te beroerd om dit cadeau aan te nemen en daarna de partij op zijn naam te zetten.
Overige uitslagen:
Jim Pronk – Willem de Wilde 1 – 0, Anne Postma – Marcel Bourgeois 0 – 1, Harold Boom – Marnix Lukasse 0 – 1, Jonathan Karels – Tom Pronk 0 – 1, Anton Spronk – Ben Zee 0 – 1, Kees van de Dussen – Aiman Al-Ameri 1 – 0 en Edin Besic – Fedde Kingma 1 – 0.
In remise eindigden:
Hans de Groot – Pim Eimers, Ben Verduyn – Jan Hartsuiker en Mathijs van Dijk – Egbert Aalbers.
