Dinsdag 27 februari werd de twee en twintigste ronde van de interne competitie gespeeld. Koploper Henri van Kruistum vergrootte zijn voorsprong door zelf te winnen, terwijl zijn directe concurrenten niet verder kwamen dan een puntendeling. Wie kan Henri nog van de titel afhouden? Gezien zijn zeer hoge scoringspercentage van 80,6 % lijkt het kampioenschap hem niet meer te kunnen ontgaan.

Rating trofee en Runner-up cup

Ook in de strijd om de Rating trofee gaat Henri fier aan de leiding met 135 punten. Hij wordt op de hielen gezeten door Sander Rosman met 115 punten. Derde is momenteel Joas Achterstraat met 86 punten.

In de strijd om de Runner-up cup gaat Bram Feenstra met 16 plaatsen aan de leiding. Hij wordt gevolgd door Sander Rosman met 15 plaatsen en Jordi van den Brink met 10 plaatsen.

Interne competitie

Bij de partij tussen de met wit spelende Jim Pronk en Henri van Kruistum werden de stukken in een Caro-kann rustig ontwikkeld. Nadat Henri de stelling kon openbreken met c5, zette hij druk en won een pion. In het eindspel maakte Henri een foutje en Jim kon de pion terugwinnen. Echter verkeerde Jim inmiddels in tijdnood en deed hij in een lastige stelling een minder goede zet, waar Henri optimaal van profiteerde en Jim met lege handen achter liet.

Dominic van Dijk probeerde met wit de Bird uit tegen Tom Pronk. Beide schakers ontwikkelden rustig. Dominic koos voor een wat langzaam plan met het idee daarna het centrum te kunnen openbreken. Het was echter Tom die voordeliger uitkwam, hij kwam binnen op d3 maar de doorslaggevende zet bleef uit. Een paar lichte stukken werden geruild, kort daarna bood Dominic remise aan. Bij gebrek aan een concreet plan en een kleine ontwikkelingsachterstand accepteerde Tom het aanbod.

Ruben de Vries mocht het met wit opnemen tegen Harold Boom. Na een Russische opening kwam de stelling gelijk te staan. Veel stukken werden geruild en Ruben kreeg iets meer activiteit. Bij de afruil kwam het paard van Harold vast te staan aan de rand van het bord. In een ingewikkeld eindspel won het Ruben het paard, waarna Harold zich gewonnen gaf.

De partij tussen Marnix Lukasse en Henry van den Brink begon met de Konings Indische Verdediging. Hierbij kreeg Marnix ruimtelijk voordeel en probeerde Henry spel te creëren aan de damevleugel. Het grootste deel van de partij had Marnix makkelijk spel: de koningsvleugel stond met de pionnen vast en Henry’s paard kon niet goed deelnemen aan de aanval. Ondanks deze voordelen wist Marnix niet door te breken. Door tijdnood voelde Marnix zich genoodzaakt een remiseaanbod te doen, welke werd geaccepteerd door de knap verdedigende Henry.

In de subtop stond onder andere de partij tussen met wit spelende Joas Achterstraat en Marcel Bourgeois op het programma. Na een Siciliaanse verdediging ontwikkelde Joas zijn paarden en lopers sterk in het centrum. Joas offerde een pion voor een aanval, deze aanval werd echter door Marcel vakkundig verdedigd. In het eindspel verspeelde Marcel door een foutieve inschatting zijn dame, waarna hij de jongeling feliciteerde met de overwinning.

Overige uitslagen:

Mark Bakker – Carel de Vries 0 – 1 R, Willem de Wilde – Anne Postma 1 – 0, Ben Zee – Egbert Aalbers 0 – 1, Jonathan Karels – Albert Bootsman 0 – 1 R, Hans de Groot – Tom Smit 1 – 0, Bram Feenstra – Dick Wenning 1 – 0, Stijn Kappert – Jordi van den Brink 0 – 1, Sander Rosman – Alfred Gaasbeek 1 – 0, Frans van der Veer – Kees van der Dussen 1 – 0, Fedde Kingma – Ben Verduyn 1 – 0, Eip Janssen – Alexander Ivanov 1 – 0, Mathijs van Dijk – Pim Eimers 1 – 0, David van de Voort – Herman van Scherrenburg 0 – 1 en Rien Strootman – Fadi el Kasah 1 – 0.

In remise eindigden: Roelof van der Meer – Jan Hartsuiker en Peter Jonker – Jasper de Rijk.